15 maart 2020

Overdenking zondag 15 maart

Lieve mensen,

Door deze zondag thuis te blijven helpen wij mee de verspreiding van het coronavirus in te dammen. Maar liever waren wij natuurlijk bij elkaar gekomen in de kerk. Om elkaar te ontmoeten en elkaar te bemoedigen, juist in deze uitzonderlijke situatie. Weet dat wij ook nu met elkaar verbonden zijn, in onze zorgen en in onze hoop, in onze angsten en in ons vertrouwen. Wij zijn ook verbonden door deze brief met de teksten die u anders tijdens deze zondag in de kerk zou horen.
Ik nodig u uit om het stil te maken om u heen en alles wat u in beslag neemt even naast u neer te leggen. Laten we de tijd nemen om nieuw vuur te zoeken in oude woorden. Voor onszelf en voor de wereld om ons heen.

De psalm van deze zondag is psalm 130. Ik heb gekozen voor de woorden van de dichter Lloyd Haft.

Naar psalm 130

Waar ik u aanroep is diepte: hoor dan mijn stem.
Laat uw oor zich verstaan met de stem van mijn verdriet want eeuwig is zij als u.
Wat is mijn angst anders dan uw weidsheid?
Achter mijn zwijgen zoek ik uw woord: maak dan van mijn hoop uw dageraad en van mijn duur uw dag.

 

Lezing uit Ezechiël 37

371Ik werd opnieuw door de hand van de HEER gegrepen. Zijn geest voerde mij mee en hij zette mij neer in een dal vol beenderen. 2Ik moest er aan alle kanten omheen lopen, en zo zag ik dat er verspreid over het dal heel veel beenderen lagen, die helemaal waren uitgedroogd. 3De HEER vroeg mij: ‘Mensenkind, kunnen deze beenderen weer tot leven komen?’ Ik antwoordde: ‘HEER, mijn God, dat weet u alleen.’ 4Toen zei hij: ‘Profeteer, en zeg tegen deze beenderen: “Dorre beenderen, luister naar de woorden van de HEER! 5Dit zegt God, de HEER: Beenderen, ik ga jullie adem geven zodat jullie tot leven komen. 6Ik zal jullie pezen geven, vlees op jullie laten groeien en jullie met huid overtrekken. Ik zal jullie adem geven zodat jullie tot leven komen, en jullie zullen beseffen dat ik de HEER ben.”

7Ik profeteerde zoals mij was opgedragen. Zodra ik dat deed hoorde ik een geluid, er klonk een geruis van botten die naar elkaar toe bewogen en zich aaneen voegden. 8Ik zag pezen zich aanhechten en vlees groeien, ik zag hoe er huid over de botten heen trok, maar ademen deden ze nog niet. 9Toen zei hij tegen mij: ‘Profeteer tegen de wind, profeteer, mensenkind, en zeg tegen de wind: “Dit zegt God, de HEER: Kom uit de vier windstreken, wind, en blaas in deze doden, zodat ze weer gaan leven.”

10Ik profeteerde zoals hij mij gezegd had, en de lichamen werden met adem gevuld. Ze kwamen tot leven en gingen op hun voeten staan: een onafzienbare menigte. 11En hij zei tegen mij: ’Mensenkind, deze beenderen zijn het volk van Israel. Het zegt: ‘Onze botten zijn verdord, onze hoop is vervlogen, onze levensdraad is afgesneden.” 12Profeteer daarom en zeg tegen hen: “Dit zegt God, de HEER: Mijn volk, ik zal jullie graven openen, ik laat jullie uit je graven komen en ik zal jullie naar het land van Israël terugbrengen. 13Jullie zijn mijn volk, en jullie zullen beseffen dat ik de HEER ben als ik je graven open en jullie uit je graven laat komen. 14Ik zal jullie mijn adem geven zodat jullie weer tot leven komen, ik zal jullie terugbrengen naar je land, en jullie zullen beseffen dat ik de HEER ben. Wat ik gezegd heb, zal ik doen – zo spreekt de HEER.”’

Lezing uit Johannes 11, 1-44 11

1Er was iemand ziek, een zekere Lazarus uit Betanië, het dorp waar Maria en haar zuster Marta woonden – 2dat was de Maria die Jezus met olie gezalfd heeft en zijn voeten met haar haar heeft afgedroogd; de zieke Lazarus was haar broer. 3De zusters stuurden iemand naar Jezus met de boodschap: ‘Heer, uw vriend is ziek.’ 4Toen Jezus dit hoorde zei hij: ‘Deze ziekte loopt niet uit op de dood, maar op de eer van God, zodat de Zoon van God geëerd zal worden.’ 5Jezus hield veel van Marta en haar zuster, en van Lazarus. 6Maar toen hij gehoord had dat Lazarus ziek was, bleef hij toch nog twee dagen waar hij was. 7Daarna zei hij tegen zijn leerlingen: ‘Laten we teruggaan naar Judea.’ 8‘Maar rabbi,’ protesteerden de leerlingen, ‘de Joden wilden u stenigen, en nu wilt u daar toch weer naartoe?’ 9Jezus zei: ‘Telt een dag niet twaalf uren? Wie overdag loopt, struikelt niet, want hij ziet het licht van deze wereld, 10maar wie ’s nachts loopt, struikelt doordat hij geen licht heeft.’ 11Nadat hij dat gezegd had zei hij: ‘Onze vriend Lazarus is ingeslapen, ik ga hem wakker maken.’ 12De leerlingen zeiden: ‘Als hij slaapt, zal hij wel beter worden, Heer.’ 13Zij dachten dat hij het over slapen had, terwijl Jezus bedoelde dat hij gestorven was. 14Toen zei hij hun ronduit: ‘Lazarus is gestorven, 15en om jullie ben ik blij dat ik er niet bij was: nu kunnen jullie tot geloof komen. Laten we dan nu naar hem toe gaan.’ 16Tomas (dat betekent ‘tweeling’) zei tegen de anderen: ‘Laten ook wij maar gaan, om met hem te sterven.’

17Toen Jezus daar aankwam, hoorde hij dat Lazarus al vier dagen in het graf lag. 18Betanië lag dicht bij Jeruzalem, op een afstand van ongeveer vijftien stadie, 19e er waren dan ook veel Joden naar Marta en Maria gekomen om hen te troosten nu hun broer gestorven was. 20Toen Marta hoorde dat Jezus onderweg was ging ze hem tegemoet, terwijl Maria thuisbleef. 21Marta zei tegen Jezus: ‘Als u hier was geweest, Heer, zou mijn broer niet gestorven zijn. 22Maar zelfs nu weet ik dat God u alles zal geven wat u vraagt.’ 23Jezus zei: ‘Je broer zal uit de dood opstaan.’ 24‘Ja,’ zei Marta, ‘ik weet dat hij bij de opstanding op de laatste dag zal opstaan.’ 25Maar Jezus zei: ‘Ik ben de opstanding en het leven. Wie in mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft, 26en ieder die leeft en in mij gelooft zal nooit sterven. Geloof je dat?’ 27‘Ja Heer,’ zei ze, ‘ik geloof dat u de messias bent, de Zoon van God die naar de wereld zou komen.’

28Na deze woorden ging ze terug, ze nam haar zuster Maria apart en zei: ‘De meester is er, en hij vraagt naar je.’ 29Zodra Maria dit hoorde ging ze naar Jezus toe, 30die nog niet in het dorp was, maar op de plek waar Marta hem tegemoet was gekomen. 31Toen de Joden die bij haar in huis waren om haar te troosten, Maria zo haastig zagen weggaan, liepen ze achter haar aan, want ze dachten dat ze naar het graf ging om daar te weeklagen.

32Zodra Maria op de plek kwam waar Jezus was en hem zag, viel ze aan zijn voeten neer. Ze zei: ‘Als u hier was geweest, Heer, zou mijn broer niet gestorven zijn!’ 33Jezus zag hoe zij en de Joden die bij haar waren weeklaagden, en dat ergerde hem. Diep bewogen 34vroeg hij: ‘Waar hebben jullie hem neergelegd?’ Ze zeiden: ‘Kom maar kijken,
Heer.’ 35Jezus begon ook te huilen, 36en de Joden zeiden: ‘Wat heeft hij veel van hem gehouden!’ 37Maar er werd ook gezegd: ‘Hij heeft de ogen van een blinde geopend, hij had nu toch ook de dood van Lazarus kunnen voorkomen?’ 38Ook dit ergerde Jezus.

Hij liep naar het graf, een spelonk met een steen voor de opening. 39Hij zei: ‘Haal de steen weg.’ Marta, de zuster van de dode, zei: ‘Maar Heer, de stank! Hij ligt er al vier dagen!’ 40Jezus zei tegen haar: ‘Ik heb je toch gezegd dat je Gods grootheid zult zien als je gelooft?’ 41Toen haalden ze de steen weg. Daarop keek hij omhoog en zei: ‘Vader, ik dank u dat u mij hebt verhoord. 42U verhoort mij altijd, dat weet ik, maar ik zeg dit ter wille van al die mensen hier, opdat ze zullen geloven dat u mij gezonden hebt.’ 43Daarna riep hij: ‘Lazarus, kom naar buiten!’ 44De dode kwam tevoorschijn, zijn handen en voeten in linnen gewikkeld, en zijn gezicht bedekt door een doek. Jezus zei tegen de omstanders: ‘Maak de doeken los, en laat hem gaan.’

Preek

‘Dat meen je niet! Zijn ze gek geworden? Laat ze in godsnaam hun gezond verstand gebruiken!’ Dit was de reactie van een gemeentelid op de mededeling dat deze zondag ook bij ons de kerkdienst is afgelast. Er zit een verstandige kant aan het niet bij elkaar komen. We helpen mee om de druk op onze ziekenhuizen te beperken, waardoor de zorg niet in gevaar komt. Maar er zit ook een irrationele kant aan. De angst voor het verliezen van de controle.

Op tv is de psychiater Damiaan Denys vaak te gast in allerlei programma’s. Hij kan onze angsten duiden. Hij zegt dat wij een extreme behoefte hebben aan controle. Daarmee compenseren we onze angst voor de wereld om ons heen en die in ons zelf. En er is nogal wat om bang voor te zijn: terroristische aanslagen, economische recessie, en nu vooral de dreigende uitbraak van een onbekende ziekte. We gaan in de control-modus. Per dag krijgen we informatie over de ‘exacte’ aantallen besmettingen, waar deze zijn waargenomen en hoe er op gereageerd wordt. We zijn afgelopen weken vaker onze handen gaan wassen die we vervolgens niet meer schudden, en nu gaan we stelselmatig elkaar vermijden tot het gevaar geweken is. Uit angst dat het toch misgaat verkopen we massaal onze aandelen en hamsteren levensmiddelen, waardoor onze angst bewaarheid wordt.

Door deze wereldwijde crisis worden we ons weer bewust dat we niet alles in de hand hebben en daarmee raakt het een angst op een diepere laag aan, de angst voor de dood. Deze angst is misschien wel het meest verzwegen geheim dat alle mensen met elkaar delen. We zien dan ook vele vormen om deze angst te bezweren. Onze fixatie op gezondheid is denk ik het meest herkenbaar. Ook het uitdagen van de dood door extreme activiteiten, door het kijken naar horrorfilms of het spelen van extreem gewelddadige games zou je zo kunnen zien.

De religie heeft een andere manier om met doodsangst om te gaan. In veel religies is sprake van een hiernamaals, een vereniging met overleden geliefden na de dood. Andere stromingen zeggen dat de dood niet bestaat, er is alleen transformatie. Hoe zit het met de oude woorden uit onze traditie? Deze zondag lezen we twee merkwaardige verhalen waarin de natuurlijke gang van zaken omgedraaid wordt. Wat dood was wordt levend. Krijgen wij hier wat houvast om met onze doodsangst om te gaan?

Het visioen van Ezechiël is als een bizarre droom. Een omgekeerde nachtmerrie. Een huiveringwekkend knekelveld verandert in een menigte van vitale mensen. Deze menigte is het volk Israël dat bevrijd is uit de ballingschap en op weg gaat naar het land waarmee het vanouds verbonden is. Dit visioen gaat niet over een hiernamaals, maar over het verlangen echt te leven in het hiernumaals. Niet gevangen en vernederd als tweederangs burgers
wegkwijnen aan Babels stromen, maar weer leven in vrijheid in het beloofde land. Ezechiël kondigt aan dat het echt gaat gebeuren.

Ook over Jezus werden verhalen verteld over het omkeren van dood naar leven. Wonderbaarlijke verhalen van genezing en opstanding uit de dood. Er moet in de eerste decennia na de dood van Jezus een verzameling wonderverhalen zijn ontstaan. Eerst mondeling overgeleverd, later misschien in een boekje verzameld. Alle evangelisten hebben volgens geleerde theologen uit die verzameling geput. Ook het verhaal over de opwekking van Lazarus kwam uit die verzameling. Maar er is iets merkwaardigs aan de hand met dit verhaal. De andere evangelisten noemen het niet. Het is heel goed denkbaar dat zij niets in dit verhaal zagen. Zelfs voor een wonderverhaal is het over-de-top.
Knappe bijbelgeleerden hebben geprobeerd het oerverhaal uit de verzamelbundel te reconstrueren. Het blijkt een simpele rechttoe-rechtaan vertelling te zijn. Jezus hoort dat Lazarus ziek is. Hij gaat naar Bethanië. Daar aangekomen gaat hij naar het graf en laat de steen weghalen. Hij roept Lazarus naar buiten. Dan geeft hij tenslotte de omstanders nog wat aanwijzingen.

In onze tekst kunnen we zien hoe in het Johannesevangelie het oerverhaal is aangepast en uitgebreid. De zusters Martha en Maria worden ingevoerd. De dialogen zijn erin gevlochten en de uitwerking van het teken wordt uitgebreid verteld, namelijk dat mensen tot geloof kwamen en dat dit wonder de aanleiding was om Jezus ter dood te brengen.
Als lezer voel je dat de naderende dood van Jezus onafwendbaar is. Je zou kunnen zeggen dat de opwekking van Lazarus een soort generale repetitie wordt voor Jezus’ eigen opwekking. Het verhaal van Lazarus wordt hierdoor een hoopvol opstapje naar de passie. Het lijkt wel of de auteur door deze compositie wil zeggen: volg Jezus maar in zijn lijden en sterven, en wees niet bang, houd dit verhaal van Lazarus in je achterhoofd.
De auteur van het Johannesevangelie geeft hier een eigenzinnige interpretatie van het begrip opstanding.

Laten we nog eens teruggaan naar de dialoog tussen Jezus en Martha. Martha zegt tegen Jezus: als u hier was geweest, dan was Lazarus niet gestorven. Jezus antwoordt haar: je broer zal uit de dood opstaan. Martha plaatst deze woorden in het licht van de opstanding van de doden aan het einde der tijden. Zij vertolkt hiermee de mening van de Farizeeërs. Volgens deze visie ligt het Messiaanse Rijk niet in de loop van onze geschiedenis, maar in de toekomende tijd, in het hiernamaals. De rechtvaardigen die gestorven zijn wachten in hun graf op dat moment waarop zij met lichaam en al zullen opstaan en voor altijd bij God zullen leven. De profeten kondigden het Messiaanse Rijk aan uit het diepe spirituele besef dat de mens bedoeld is om te leven bij God en het Gods bedoeling is om te leven met de mensen. Voor hen was dit Rijk een concrete situatie, maar het bleef bij een belofte. Daarom werd al meer dan 20 eeuwen geleden de verwachting van dat Rijk achter de horizon van de tijd geprojecteerd.

Jezus reageert in eerste instantie wat cryptisch op Martha. ‘Ik ben de opstanding en het leven. Wie in mij gelooft zal leven, ook al is hij gestorven en ieder die leeft en in mij gelooft, zal nooit sterven.’ Met deze woorden haalt Jezus die verwachting van het Messiaanse Rijk naar onze kant van de tijd. Alsof Jezus zeggen wil: er is een vorm van eeuwigheidsleven vóór de dood. Jezus heeft in zijn eigen leven ervaren dat je niet hoeft te wachten op de dood om daarna te kunnen leven met God. Elk moment is Gods aanwezigheid te ervaren.

Dat is mooi gezegd, maar waarom ervaren we dat dan niet, of zo weinig? Damiaan Denys zegt dat wij onze angsten proberen te compenseren door verwoed controle te krijgen over onszelf en de buitenwereld. Als we onze angst echt willen overwinnen gaat er juist om níet de controle te willen. Het gaat erom afstand te doen van de behoefte aan controle. Accepteren dat de wereld ook een eigen dynamiek heeft, dat niet altijd alles gaat zoals we het willen, dat we niet alles onder controle hebben. Dat is een mentale beweging die voor ons heel moeilijk is geworden.

Deze morgen lees ik in beide verhalen iets van die mentale beweging. Door onze focus op de controle, blijven we gevangen in de angst. Hierdoor zijn we afgesneden van de levensadem, zoals Ezechiël het zegt. Door het leven, zoals het is, in verwondering te leven, treden we uit de angst. Dan worden we levende mensen die thuiskomen bij zichzelf. Dan komen we thuis bij onze veerkracht en levensbron, die stand blijken te houden in alle grilligheid van het leven. Door die ervaring van thuiskomen kunnen we onszelf toevertrouwen aan het leven, aan onze eigen angst voorbij. Misschien is dat de betekenis van de woorden die Lloyd Haft schrijft: wat is mijn angst anders dan uw weidsheid? Ik wens ons allen toe dat wij onbevangen in die weidsheid mogen staan.
Amen

Gebed

Uit het diepste diep roepen wij U aan hoor wat wij zeggen, luister toch naar ons bidden en smeken.
Als U ons tekort in gedachte houdt blijft niemand overeind. Maar bij U is vergeving, een nieuw leven.
Wij kijken uit naar U, met heel ons hart kijken wij U uit; Ons hart kijkt uit naar U meer dan wachters uitkijken naar de ochtend. Bij U is liefde. Uw naam naam zij geloofd. (naar ps 130)

Barmhartige God
Wij zijn uw lichaam, gewond en lichtvoetig Een vreugde voor de wereld’.
In de ogen van anderen doen wij, gelovigen, er niet meer toe Maar Uw lijden is niet van lang geleden
U lijdt aan het nu Wij geloven dat U deze wereld niet los wilt laten Houd deze wereld vast met onze handen.

Wij dragen aan U op het verdriet dat ons bedrukt. De angst waarin wij leven
Wij dragen aan U op die zichtbaar of onzichtbaar lijden Wij staan stil bij de slachtoffers van geweld en onderdrukking Waar ter wereld niet? Doe uw licht opgaan onder de mensen Geef ons moed te handelen.

Geef ons de moed om aan veel te sterven wat ons van U scheidt.
Geef ons inzicht in wat uw lijden en dood betekent’. Neem ons mee in uw opstanding; Door uw liefde en genade die vergeeft, troost, verzoent. Die ons aanzegt dat wij niet voorbij hoeven te gaan in een zinloos bestaan Maar onszelf en elkaar mogen aanvaarden Als mensen die dood waren en levend zijn geworden Die waren verloren en zijn gevonden (bron Maria de Groot).

Wij bidden voor onze eigen geloofsgemeenschap. Voor hen die getroffen zijn door een zwaar verlies.
Vandaag noemen wij de familie Boerlage en de familie Swen. Wij bidden voor hen die ziek zijn.
Voor hen die de ouderdom moeten dragen als een zware last.
Voor hen die door de ontwrichting van onze samenleving in een isolement raken.
Dat wij elkaar vasthouden en troosten.

In verbondenheid met onze zusters en broeders over de hele wereld bidden wij de woorden die Jezus ons leerde bidden:
Onze Vader die in de hemel zijt,
Uw naam worde geheiligd,
Uw koninkrijk kome.
Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood.
En vergeef ons onze schulden zoals ook wij onze schuldenaars vergeven.
En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid.
Amen.

Zegenbede

Moge de liefde van God u omringen Moge de trouw van God u dragen Moge de vrede van God uw hart vervullen.

Ten slotte

Vrijwel alle Remonstrantse Gemeenten hebben voor de komende weken hun kerkdiensten afgelast. Op Youtube worden Remonstrantse diensten geplaatst die speciaal voor deze gelegenheid zijn opgenomen. Via de pc, tablet of smartphone kunt u deze bekijken.

Voor de komende weken staan ingepland:
ds. Rachelle van Andel op 22 maart vanuit Eindhoven,
ds. Joost Röselaers op 29 maart vanuit Amsterdam en
ds. Claartje Kruijff op 5 april vanuit Bussum.

Klik daarvoor op deze link: https://www.youtube.com/channel/UCzKmn08RzgZQxlNavRrPw4g

Een goede zondag en een goede week gewenst voor u allen! Veel sterkte bij alle ongemak.

Vorden, 14 maar 2020
Henk van den Berg

 

Gerelateerd