23 juli 2019

Controle houden op ons leven… of loslaten?

Enkele jaren geleden publiceerde het blad The Independent de top 20 van zorgen. De resultaten van een onderzoek over de zorgen van 2000 mensen. Wat denkt u, hoe zou de top drie van alle zorgen er uit zien?

Op drie staat de zorg over het gebrek aan energie. Op twee staat de zorg of men wel genoeg heeft gespaard. En op één… de zorg over het oud worden. Waarover bent u het meest bezorgd? Over het klimaat, over uw pensioen, over uw gezondheid? Hoe goed we het ook hebben met elkaar, zorgen zijn er altijd, zelfs in de vakantie. Hoe komt dat nou, dat we ons steeds maar zorgen maken?

We maken ons zorgen omdat we ons kwetsbaar voelen. Ons lichaam kan ons van het ene op het andere moment in de steek laten, door een stomme val, een virus, of lichaamscellen die op hol slaan.

De bestaanszekerheid die we dachten opgebouwd te hebben kan door pech op de beurs, een risicovolle investering of een financiële crisis verdwijnen. We willen graag zoveel doen, maar we voelen ons ook zo vaak uitgeblust en opgebrand. We zijn kwetsbare mensen en het is niet meer dan logisch dat we ons zorgen maken en de controle willen houden.

Zoektocht in een kwetsbaar bestaan

In de verhalen van deze morgen zien we vier vrouwen die elk hun weg zoeken in dit kwetsbare bestaan. Hanna en Peninna, en Martha en Maria. Hanna en Pennina maken elkaar het leven zuur. Ze hebben niets te klagen als het om welstand gaat, maar Peninna maakt zich zorgen om de liefde en erkenning van Elkana (op 13 in de zorgentop 20), terwijl Hanna zich zorgen maakt dat ze niet zwanger wordt van een kind van Elkana om daar een goede moeder voor te zijn (op 16 in de top 20).

Martha en Maria lijken twee zelfstandige vrouwen die het zakelijk goed voor elkaar hebben. De twee zussen hebben het niet makkelijk met elkaar. Martha wil de gasten goed ontvangen en maakt zich zorgen of ze het allemaal wel aankan (op 3 in top 20) en Maria maakt zich zorgen om de ruzie met haar zus (op 15 in top 20). Vier vrouwen met hun zorgen. Vier vrouwen waarin wij onszelf maar al te goed herkennen.

Zou het kunnen zijn dat al onze zorgen voortkomen uit angst? Misschien is de grootste angst dat we als kwetsbaar en feilbaar mens niet meer gewaardeerd worden door de ander. Misschien is al onze druktemakerij wel één grote schreeuw om aandacht en erkenning. Misschien zijn al onze zorgen een voortdurend gevecht om liefde. Laten we het verhaal van Martha en Maria nog eens precies lezen.

Toen ze verder trokken, zo begint het verhaal. Jezus is met zijn vrienden en leerlingen op weg naar Jeruzalem. Hij heeft 72 boodschappers twee aan twee uitgezonden om de dorpen op de route te bezoeken. Die 72 kwamen zeer opgetogen terug en vertelden elkaar wat ze hadden beleefd. Tijdens dit oponthoud komt er een wetgeleerde naar Jezus die te midden van de grote groep leerlingen de vraag stelt hoe hij moet leven. ‘Heb God lief en de naaste als je zelf. Zo eenvoudig is het’, zegt Jezus tegen hem. Maar die wetgeleerde neemt daar geen genoegen mee. ‘Wie is mijn naaste’, vraagt hij. Dan vertelt Jezus de parabel van de barmhartige Samaritaan. ‘Doe voortaan net zo’, zegt hij tegen de wetgeleerde. En dan trekt het hele gezelschap verder. Toen ze verder trokken ging hij een dorp in, waar hij gastvrij werd ontvangen door een vrouw die Martha heette.

Martha en Maria

Waarschijnlijk heeft één van de boodschappers al contact gehad met Martha. Jezus weet dat hij met al zijn leerlingen in dat dorp gastvrij ontvangen zal worden. Martha is dus geen huisvrouw, maar een vrouw des huizes. Haar huis was groot genoeg en ze had waarschijnlijk voldoende personeel om die groep van een kleine 100 personen van eten en drinken te voorzien. Met vaardige hand managet zij de hele boel zodat niemand iets te kort komt.

Dan gaat het verhaal verder. Haar zuster, Maria, ging aan de voeten van de Heer zitten en luisterde naar zijn woorden. Hier worden we door de vertaling al snel op het verkeerde been gezet. Maria gaat niet bij Jezus zitten terwijl haar zus aan het rennen is. Maria was gezeten aan de voeten van Jezus. Dat is een uitdrukking die aangeeft dat zij tot de leerlingen behoorde. Nu wordt ook duidelijk waarom het hele gezelschap naar het huis van Martha komt. Haar zus Maria is leerling en daarom komt Jezus in dat huis lesgeven. Heel opvallend, want rabbi’s hebben geen vrouwelijke leerlingen, laat staan dat zij hun huis als collegezaal gebruiken.

Het lijkt erop dat wij hier een inkijkje krijgen in de praktijken van de eerste gemeenten die vlak na de dood van Jezus ontstonden. Het waren gemeenschappen waar vrouwen en mannen gelijkwaardige posities hadden en waar ook welgestelde vrouwen een vooraanstaande rol speelden door hun huizen beschikbaar te stellen voor samenkomsten. Rondtrekkende apostelen bezochten deze huisgemeenten en gingen voor in de liturgie, gaven catechese, genazen de zieken.

Maria zit dus als leerlinge onder het gehoor van Jezus. Martha is druk, druk, druk, … en je voelt hem al aankomen …, ze begint zich te irriteren. Ik moet ook alles alleen doen. Ik sta altijd voor iedereen klaar maar als ik eens hulp nodig heb… ze is er helemaal klaar mee.

Gevecht om liefde

Martha werd helemaal in beslag genomen door de zorg voor haar gasten. Ze ging naar Jezus toe en zei: ‘Heer, kan het u niet schelen dat mijn zuster mij al het werk alleen laat doen? Zeg tegen haar dat ze mij moet helpen.’ Zo, dat is eruit!

Ze kijkt hoopvol naar Jezus. De wijze rabbi zal toch zeker inzien dat de gastvrije opvang van heel zijn schooltje geen sinecure is. In haar hoofd hoort ze hem al met zachte stem tegen haar zus zeggen dat ze zich best even los kan maken uit de les. Maar hoe anders pakt het uit.

De Heer zei tegen haar: ‘Martha, Martha, je bent zo bezorgd en je maakt je veel te druk. Er is maar één ding noodzakelijk. Maria heeft het beste deel gekozen, en dat zal haar niet worden ontnomen.’

Martha heeft het goed voor elkaar. Er is voor alles gezorgd. De leerlingen van Jezus komen in een gespreid bedje, allemaal dankzij Martha. En Martha zelf? Wordt er ook voor haar gezorgd? Zij was zo aan het zorgen, zo bezorgd of alles wel goed zou gaan. Ze wilde het perfect voor elkaar hebben.

Maar in die perfectie zit het probleem. Met haar perfecte zorgzame gastvrijheid verborg ze op een slimme manier haar faalangst.

 

Vinden ze mij wel goed genoeg? Vinden ze mij wel lief? Veel zorgen en druk doen was haar manier om de erkenning binnen te slepen. Haar manier om te vechten om de liefde. Maar daardoor was ze zo bezet in haar hoofd en in haar hart, dat ze niet merkte dat het de liefde zelf was die binnen haar muren gastvrijheid genoot. De leermeester die het grote gebod van de liefde verkondigde was zelf één en al liefde. Om die liefde te ervaren hoefde ze niets te doen, alleen maar iets te laten.

Wat heeft prioriteit?

Zo kunnen we ons erg druk maken om ons geluk, alles doen om aandacht en erkenning te krijgen, het gevecht om de liefde aangaan. Dan zijn we druk met vele dingen, ontrust over vele dingen, zoals de Statenvertaling het zegt.

Maria heeft ergens gevoeld dat je het gevecht om de liefde niet hoeft aan te gaan. De liefde klopt aan de deur van je ziel en geniet van de aandachtige gastvrijheid die je te bieden hebt.

Martha wordt onbedoeld ook leerlinge en krijgt een op maat gesneden les van Jezus. Wat zou daar geklonken hebben in dat gastvrije leerhuis. Ik denk de woorden die eerder al klonken aan het adres van de wetgeleerde. Heb God lief en de naaste als je zelf, en je zult leven. Die woorden klinken in de spoor van de leerlingen ook aan ons. Weest niet bezorgd. Wees gericht op dat ene, de liefde. De liefde hoef je niet te bevechten. De liefde vecht om jou.

Overdenking, uitgesproken door remonstrants predikant ds. Henk van den Berg tijdens de oecumenische dienst op 21 juli 2019 in de Gudulakerk Lochem.

Schriftlezingen
1 Samuël 1, 1-20 en Lukas 10: 38-42.

Gerelateerd