Stoutmoedig hopen in 2025
Geschreven door Rachelle van Andel“Ze zijn mensen met een goddelijke blik, en dat is zegen en vloek tegelijk.”
Zes astronauten razen met een snelheid van 27.000 kilometer per uur om de aarde. De afstand tussen de astronauten zelf was al weggevallen. Waar ze vandaan komen, wat hun levensverhaal ook is, gender, klasse. Het doet er niet toe. Ze zijn versmolten met elkaar in de vorm van ruimtereiziger. Hun gezamenlijke wereld bestaat uit het monotone ritme van het werk dat gedaan moet worden. Tegelijkertijd staat alles wat ze doen in het licht van dat ene vergezicht: de aarde.
Die blik, dat allesomvattende perspectief, raakt hen diep. Al snel ontstaat er in hen geen wens meer, maar een noodzaak—”het vurige verlangen – haar te beschermen, die immense maar piepkleine aarde.”
Een liefdesbrief aan onze planeet
Met haar boek In Orbit (oorspronkelijk Orbital) won de Britse schrijver Samantha Harvey in 2024 de Booker Prize. De jury noemde het een “liefdesbrief aan onze planeet.” Harvey zelf droeg haar prijs op aan “iedereen die spreekt vóór en niet tegen de aarde, vóór en niet tegen de waardigheid van andere mensen, ander leven.”
De astronauten in haar verhaal ervaren de zegen van een aarde zonder grenzen en conflicten – een utopisch beeld, geboren uit de afstand waarmee de aarde een ander perspectief krijgt. Maar ze weten ook wat zich daar beneden afspeelt: Mensen zijn bereid te doden en te sterven omwille van een grens. Vanuit het ruimtestation lijken grenzen onzichtbaar, oorlogen absurd en politieke strijd futiel. En toch blijven de astronauten verbonden met het aardse leven—door de zorgen om familie, de dreiging van een tyfoon, en de wetenschap dat zelfs hun aanwezigheid in de ruimte bijdraagt aan vervuiling. Van tevoren werden ze al gewaarschuwd voor de dissonantie die ze als ruimtereiziger in lichaam en geest zouden ervaren door de onlosmakelijke verbinding met al wat leeft op onze broze aarde.
De wereldbol als getuige van een verscheurde wereld
Geen utopische wereld bezien vanuit de ruimte, maar een gebroken wereld vinden we terug in het werk van de Duits-Joodse schilder Felix Nussbaum. Als onderdeel van de Vrijburgreis bezochten we het Felix Nussbaum huis in Osnabrück. Ik werd geraakt door de plaats van de globe die ik terugzag in verschillende periodes van zijn kunstenaarschap.
Nussbaum werd geboren op 11 december 1904. Als Joodse kunstenaar was hij gedwongen te vluchten, maar in ballingschap bleef hij schilderen. In zijn schilderij The Refugee (1939) neemt de globe een pontificale plaats in. De globe ligt deels in de schaduw, een weerspiegeling van de isolatie en ontheemding van de man op de achtergrond. Voor hem lijkt er geen plek meer te zijn in deze wereld.
Felix Nussbaum, The Refugee (1939). Yad Vashem Art Collection
Uiteindelijk werd Nussbaum verraden en gedeporteerd naar Auschwitz, waar hij in 1944 werd vermoord. Zijn laatste schilderij, De Triomf van de Dood is een onheilspellend meesterwerk. De wereldbol ligt op de grond als onderdeel van een apocalyptisch landschap. Het schilderij toont een macabere dans van skeletten te midden van deze verwoesting. Het lijkt te zeggen: dit is wat er gebeurt als de menselijke waardigheid ten onder gaat aan haat en vernietiging. Dit is wat er gebeurt met onze wereld, onze aarde, als alle hoop verloren is.
Zijn kunst onthult niet alleen de puinhopen van de teloorgang van onze beschaving, maar ook het stille verzet ertegen en de verantwoordelijkheid die wij zelf hebben in het hier en nu.
De deugden herwaarderen
Om die verantwoordelijkheid vorm te geven, hebben we een moreel kompas nodig: een leidraad voor ons handelen. Historicus Beatrice de Graaf benadrukte in een recente uitzending van Buitenhof het belang van het herwaarderen van de zeven kardinale deugden in het publieke leven: moed, rechtvaardigheid, matigheid, verstandigheid, geloof, hoop en liefde. Deze zeven deugden vormen al eeuwenlang een moreel kompas voor menselijk handelen, maar zijn in de vergetelheid geraakt.
In onze hedendaagse politieke arena worden leiders meestal niet beoordeeld op hun vermogen om deze deugden te belichamen. Men demoniseert de tegenstander, al dan niet op sociale media.
Deugden zeggen echter iets over de grondhouding van waaruit je leeft en je innerlijk kompas. Met het cultiveren van deugden zoals moed, rechtvaardigheid en liefde leer je je verplaatsen in de zorgen en de nood van de ander. Nog belangrijker is misschien wel dat je je eigen overtuigingen en handelen durft bij te stellen als nieuwe inzichten daarom vragen. Een deugdzame leider kan dienen als een voorbeeldfiguur, een zogenaamde moral exemplar: iemand die door zijn handelen een moreel voorbeeld stelt.
Zachte krachten in een harde wereld
Straatarts Michelle van Tongerloo is zo iemand die deugden actief belichaamt. Dat doet zij op een geheel eigen, eigenwijze en rebelse manier. Als mensen tegen haar zeggen dat iets niet mogelijk is, zal ze alles doen om toch een opening te zien. Haar innerlijke kompas is afgesteld op de nood die zij om haar heen ziet. Als huisarts werkt ze met mensen op straat, waarvan velen geen geldige verblijfspapieren hebben. In haar werk verzet zij zich niet alleen tegen de dehumanisering van kwetsbare groepen, maar toont zij in de praktijk dat empathie en professionele nabijheid (in plaats van afstandelijkheid) daadwerkelijk het verschil kunnen maken. Haar werk vormt een diepgeworteld verzet: niet alleen tegen haar eigen cynisme, maar ook tegen systemen waar de intrinsieke waarde van de ander wordt erkend. Ze weigert te verharden, en gelooft dat verzachting een van de sleutels is tot verandering. In haar boek Komt een Land naar de dokter – Nederland door de ogen van de straatarts beweegt ze tussen de persoonlijke verhalen van de mensen die zij probeert te helpen als alle systemen falen, en zoekt ze mogelijke oplossingen. Ze ziet hoe burgerinitiatieven verschil kunnen maken door te opereren vanuit de behoeften van hun gemeenschappen.
Van Tongerloo laat zien dat zachtheid niet betekent dat we wegkijken van onrecht. Integendeel: het is een weigering om onverschillig te worden. Het is een oproep tot eerbied voor de medemens en het oermenselijke verlangen om zorg te dragen voor elkaar.
Audacious Hope – Stoutmoedige hoop
Hoe houden we dit alles vol? De episcopale priester Sharon Prentis stelt dat hoop waarover wij in de kerk spreken, gaat om audacious hope of stoutmoedige hoop. Ze vergelijkt stoutmoedige hoop met een bloem die door het asfalt heen breekt: een kracht die zelfs in onmogelijke omstandigheden toch een weg de wereld in vindt.
Stoutmoedige hoop daagt ons uit om niet alleen onrecht te zien, maar ons op onze eigen wijze ertegen te verzetten in de overtuiging dat verandering mogelijk is. Het gaat niet om een blind optimisme, maar om een diepgeworteld vertrouwen dat wat ons draagt en overstijgt de weg van vrede en recht is. Prentis haalt dichter, burgerrechtenactivist en episicopaal priester Pauli Murray aan met de tekst: “hoop is een lied in een vermoeide keel.”
Een prachtig beeld. Laten we het lied van stoutmoedige hoop ook in het nieuwe jaar blijven zingen: niet in ons eentje, maar samen als gemeenschap; ieder op onze eigen wijze. Want we hebben elkaar zo nodig. Vanuit het besef dat onze gezamenlijke inzet voor mens en planeet de kracht heeft om de wereld stap voor stap, nood tot nood, te transformeren.
Dit artikel is eerder verschenen in het gemeenteblad van Vrijburg Amsterdam