4 maart 2021

Over het dragen van je eigen last en die van een ander #veertigdagentijd

Geschreven door Foeke Knoppers
Inspiratie Foto: Engin Akyurt via Pixabay Over het dragen van je eigen last en die van een ander  #veertigdagentijd

In deze blog in de veertigdagentijd probeer ik iets te zeggen over een klassiek begrip in de christelijke spiritualiteit namelijk dragen. Dit werkwoord komen we, in verschillende betekenissen, twee keer tegen aan het slot van de brief van Paulus aan de Galaten: ‘Draagt elkaars lasten (Galaten 6:2) en: ‘Want ieder mens moet zijn eigen last dragen’ (Galaten 6:5)

Beamen, aanvaarden, dragen

In de laatste tekst is dragen één van de houdingen t.o.v. wat ons overkomt. (ons ‘lot’) Er zijn er, grofweg gezegd, drie: we kunnen wat ons overkomt beamen, aanvaarden of dragen. Wat we kunnen beamen, waar we dus van harte ‘ja’ op kunnen zeggen, maakt de vreugde van ons leven uit (hoe gelukkig zijn we als we ons leven kunnen beamen!). Aanvaarden is ook een vorm van ‘ja- zeggen’, maar wel één die ons moeite gekost heeft: het ‘neen’ dat overwonnen moest worden klinkt er nog altijd in door: ‘we hebben ermee leren leven’.

Wat noch beaamd en noch aanvaard kan worden zullen we – we kunnen ons er immers niet van ontdoen – met ons mee moeten dragen. Niets is ons zo nabij en blijft ons tegelijkertijd zo vreemd als wat het leven ons te dragen geeft. Aan dit dragen ontkomt niemand tenzij we de filosofie omhelzen waarin opgeroepen wordt tot een amor fati, een ‘liefde tot het lot’, een ‘ja-zeggen’ tot alles.

Liefhebben

In Gal 6: 2 (‘draagt elkaars lasten’) is het dragen een vorm van liefhebben. Er zijn vele vormen van liefhebben en een klassiek onderscheid plaatst twee ervan tegenover elkaar namelijk de vragende liefde (‘ik kan niet zonder jou’) en de schenkende liefde (‘ik ben er voor je’) waartoe ook de naastenliefde gerekend wordt. We zijn er natuurlijk alleen dan echt voor de ander als die ander dat toelaat of als zodanig ervaart.

Als dat niet het geval is, kan de ander – in het gunstigste geval – onze goede bedoelingen waarderen maar hij kan ook de wijze waarop wij menen er voor hem te moeten zijn als opdringerig ervaren. Als dat wel het geval is, kan de wijze waarop we aanwezig zijn, door de ander ervaren worden als iets dat zijn leven dragelijker maakt en misschien wordt ons zelfs de ervaring geschonken dat we samen gedragen worden.

Omringen met liefde

Enige bescheidenheid in de wijze waarop we er voor de ander willen zijn is dus geboden. Misschien kan het woord ‘omringen’ ons hier een dienst bewijzen: we kunnen de ander met onze liefde omringen. Omringen betekent ruimte schenken en aan de grenzen van die ruimte wachten tot het je gegeven wordt er echt voor de ander te zijn.

Deze overweging helpt ons misschien om oog te krijgen voor de, bescheiden, wijze waarop God in ons leven aanwezig is. De belijdenis dat God schepper is betekent dat hij ons ruimte en tijd van leven schenkt. Hij doet dat uit liefde en dringt zich niet aan ons op. Hij omringt ons met liefde en toont in Christus zijn bereidheid ons leven te dragen. God wacht op ons. Niemand dwingt ons zijn liefde als de dragende grond van ons bestaan te erkennen. Wie dat wel doet zal daarin een reden te meer vinden om zijn eigen bestaan te kunnen beamen.

 

Over Foeke Knoppers

Foeke Knoppers

Foeke Knoppers is emeritus - predikant bij de Remonstranten. Twente was zijn laatste gemeente.

Gerelateerd