19 mei 2017

Open leegte

Een modern filosoof schrijft: ‘als een executietafreel het hart van het geloof is, dan keer ik dat geloof vol afkeer de rug toe’. Niet alleen weldenkende filosofen raken in verwarring bij het paasverhaal. Een mevrouw uit een van mijn vorige gemeenten sprak mij aan tijdens het koffiedrinken na de dienst op paasmorgen. “Henk, dat Jezus echt is opgestaan uit de dood, dat geloof je toch zeker zelf ook niet?” Ik had volgens haar niet genoeg benadrukt dat opstaan uit de dood onmogelijk is dat dit hele verhaal een vroom verzinsel is dat we maar zo snel mogelijk moeten vergeten. De verhalen uit het leven van Jezus, die vond ze prachtig, maar het verhaal van zijn dood en opstanding zouden we maar niet meer moeten vertellen. Toen we daar over doorpraatten bleek dat zij bij dood aan niets anders kon denken dan de fysieke dood. Jezus was terechtgesteld, gedood. Een gruwelijk verhaal. Een dood mens wordt niet meer levend. Punt.

Als we iets van het lege graf willen verstaan zullen we precies aan dit tekort van ons moderne mensen iets moeten doen. Hoe kunnen we opnieuw leren zien wat het oude verhaal ons kan zeggen? Dan is de eerste vraag wat voor type verhaal is het paasverhaal? De eerste optie is een fantasieverhaal. In de fantasiewereld van het spel zijn leven en dood uitwisselbaar. Ik schiet jou dood, dan moet je tien tellen blijven liggen, dan ben je weer levend. Zo ging het vroeger bij ons als wij rovertje speelden. De gamer van nu krijgt achter de spelcomputer het ene nieuwe leven na het andere. Maar het verhaal van de paasmorgen is geen fantasie. Het is geen spelletje. Het paasverhaal is verkondiging. Het is de weergave van leerlingen die willen laten zien wat ze van hun rabbi hebben geleerd. Deze leergang is geen course of miracles maar een toeleiding naar het wezen van het leven. Een inwijding in het levensgeheim.

Deze inwijding draait om de leegte. De leegte van het open graf. De ongevulde ruimte waar we een glimp van kunnen zien omdat de steen is weggerold. Leegte als een niet in woorden uit te drukken verwijzing naar God. De leegte, als onzegbaar spreken over God, is niet typisch christelijk. Het hart van de tweede tempel in Jeruzalem, het Heilige der Heilige was leeg. De Kaaba in Mekka is leeg. De bovenste stupa van de Borobodur op Java is leeg. Het paasverhaal vertelt dat de leegte, die God is, samenvalt met de ruimte van de mens die dood is. Dan begrijpt u meteen dat die dood niet de fysieke dood kan zijn. Het gaat om dood in spirituele zin. Dood in deze zin betekent leeg worden aan voorstellingen. Afstand doen van beelden die het goddelijke tastbaar en beheersbaar maken. Het gaat hier om het uiteindelijke inzicht dat alle beelden van God ingenieuze projecties zijn van eigen driften en angsten, verlangens en begeerten. Sterven is over de rand van de afgrond kijken en accepteren dat het leeg is achter al onze beelden. Wie dat inziet is de grote dood ingegaan, zoals de zenleraren het uitdrukken. Zonder die leegte kan er geen sprake zijn van vervulling.

Deze universele ervaring komt deze morgen tot ons in teksten die afkomstig zijn uit de tradities van Jodendom en Christendom. De dichter van psalm 118 schrijft: ik zal niet sterven, ik zal leven. Ik blijf niet hangen in wrok en verzuring om wat het leven in het verleden heeft gebracht, maar ik sta op in mijn eigen kracht.

Deze ervaring wordt op een heel bijzondere manier uitgedrukt in het verhaal van Maria van Magdala. Van haar wordt verteld dat Jezus haar bevrijdde van zeven demonen. Ik probeer me haar voor te stellen. De oude pijn uit haar verleden, het onvermogen thuis te raken bij zichzelf, de trauma’s die haar tegenhielden zichzelf te kunnen zijn, als massieve keien lagen ze op de bodem van haar put waardoor zij het heldere water niet naar boven kon halen. Ze leerde van Jezus die keien één voor één liefdevol onder ogen te zien. Oordeel niet, zo leerde hij haar. Veroordeel vooral je zelf niet. Zo begon het. Stukje bij beetje kon ze zich losmaken uit de wurgende greep van haar negatieve gedachten, haar schuldgevoelens, haar obsessies, haar vervreemding. Hoe meer ze zichzelf leerde accepteren hoe meer ruimte er groeide voor een liefde die haar verstand te boven ging.

Zo kreeg haar leven een nieuw elan. Ze volgde Jezus, zorgde met anderen voor hem, leerde veel van hem. Ze ging de weg naar binnen die haar voerde bij haar eigen bron. Ze ging de weg naar buiten die haar bracht bij de dorstigen, de hongerigen, de naakten, de gevangenen, de zieken, de vreemdelingen, de doden. Een weg van geven, maar daarin ontvangen. Een weg nederigheid, maar daarin verhoogd worden. Een weg van versterven, maar daarin echt leven. Juist die weg leek dood te lopen toen haar rabbi, haar meester stierf. De wanhoop van het gemis hing als een grauwe mist om haar heen. De steken van het verdriet verkilden haar binnenste binnen en wat eindelijk was gaan stromen bevroor terstond weer als een bergbeek in de winterkou. Hij die haar had geleerd de leegte te zoeken en te omarmen, had door zijn dood zelf voor een ondragelijke leegte gezorgd. Ze voelde geen begrip bij haar vrienden die meteen al verklaringen hadden en betekenis konden geven aan zijn dood. Zij kenden immers de schriften. Maria kon alleen maar huilend bij het graf staan.

Toen moet het gebeurd zijn. Toen, op het moment dat zij zich nergens meer aan vastklampte en alles overliet, toen zij zich liet vallen als een regendruppel van een tak, omdat zij niet anders kon dan vallen, toen opende zich in haar een ruime leegte. En in een fractie van een ogenblik, die eeuwig leek te duren, viel ze samen met die leegte. Zij vulde de leegte en de leegte vulde haar. In dat korte moment van volkomen één-zijn klonk haar naam, MARIA. Houd je niet vast aan mij. Ik ben slechts een niet in woorden uit te drukken verwijzing naar God. Houd de leegte open en leer aan je vrienden hoe ze de leegte open moeten houden.

Vele eeuwen later staan ook wij als Maria van Magdala bij de leegte. De verhalen uit onze traditie gebruiken hiervoor het beeld van het lege graf. Hoe kijken wij er naar? Zijn wij als de rationele filosoof, die de verhalen allen letterlijk kan verstaan, en ze dus de rug moet toekeren? Zijn wij als de vrienden van Maria die de leegte proberen te verwoorden met wat zij weten uit schriften? Zijn wij Maria, die van binnenuit heeft ervaren hoe God in haar eigen leegte kan ontwaken? Ik denk we van alle drie iets hebben. Dan lijken we op de één, dan weer op de ander. Zo proberen we met ons denken, met wat onze traditie aanreikt en met onze ervaringen het geheim van leven, via dood, naar leven te omspelen. Er zijn momenten van opperste gelukzaligheid, waarin we voor ons gevoel raken aan het geheim, als was de meester levend onder ons. Er zijn ook momenten van totale verbijstering als het leven zich van zijn meest demonische kant laat zien. Dan lijkt de meester dood en begraven.

Het paasverhaal vertelt ons van een eerste dag van de week. Het is nog duister. Maar niet zo duister of er licht een leegte op. Een leegte als een paradoxale belofte: ik zal er zijn.
Amen

Deze overweging werd uitgesproken tijdens Pasen 2017

Gerelateerd