4 september 2017

Houvast en een stressvolle vakantie

Houvast

Wat geeft ons houvast? Dat is de vraag waar Remonstranten het komende seizoen een antwoord op proberen te vinden. Interessant dacht ik, totdat ik de vraag persoonlijk maakte: wat is mijn houvast? Ik wilde in de zomer daar eens rustig over nadenken, zodat ik op de startzondag met een weloverwogen en diepzinnig verhaal zou komen, wat ook voor u wat houvast zou bieden. Ik kan u zeggen, ik heb nog nooit zo’n stressvolle vakantie gehad.

Waarom is het zo lastig om te vertellen wat mij houvast geeft? Omdat ik alle antwoorden die ik geef met het grootste gemak zelf onderuit kan halen. Het lijkt er op dat er geen enkele zekerheid is of waarheid, waarop ik mij kan baseren. Het is als een huis willen bouwen in een moeras. De stenen zakken steeds weg in de prut en het zal nooit een stevig bouwwerk worden.

Heeft het met mijn leeftijd te maken? Ik ben zo langzamerhand toe aan de midlifecrisis dus enige somberheid over het leven en twijfel over alles waar ik mij tot nu toe aan heb opgetrokken zou niet vreemd zijn. Maar is niet alleen de leeftijd. Op zaterdagavond 12 augustus zag ik op tv een theatershow van Tim Fransen. Hij 28 jaar, filosoof en cabaretier. Zijn programma had de opwekkende titel Het failliet van de moderne tijd. Deze twintiger legt in zijn voorstelling de absurde kern bloot van onze cultuur, maar deze treurige beschouwing vertelt hij zo aanstekelijk dat ik er onbedaarlijk om moest lachen. Tijdens de hele voorstelling staat een portret van Nietzsche op het toneel. Nietzsche die de grote omwenteling in onze cultuur heeft doorzien en in drie woorden kon samenvatten: God is dood. Er is geen alomvattende orde buiten ons waaraan wij houvast kunnen ontlenen.

Een tijd waarin de mens de plek heeft ingenomen van God

Het heeft dus niet alleen met mij te maken dat ik moeite heb om precies te zeggen waaraan ik mijn houvast ontleen. Ik leef in een tijd waarin de mens de plek heeft ingenomen van God. Ik ben opgegroeid met het optimistische idee dat wij zelf met de oneindige mogelijkheden van wetenschap en techniek de wereld van alle problemen zou kunnen verlossen. We weten allemaal dat het zo niet is gegaan. Integendeel, we zien de wereldproblemen uitgroeien tot onhoudbare rampen. De rillingen lopen over mijn rug als ik de reportages zie van de mensen in Houston. En dan zie ik nog niet eens wat er in India, Nepal en Bangladesh gebeurt. De tragiek van ons bestaan is de kwetsbaarheid die we niet in onze hand hebben. Grote godsdiensten bieden een manier om met deze kwetsbaarheid om te gaan, maar de godsdienst is in onze cultuur niet meer relevant en dus staan we met lege handen. Precies dat had de geniale Nietzsche al voorzien. De dood van God zou leiden tot een spirituele leegte. Het is dus aan mij zelf om de koers van mijn leven uit te zetten, terwijl de horizon is uitgewist. Het is dus aan mijzelf om mijn fundament te construeren en mijn levensbouwwerk naar eigen inzicht vorm te geven. Zo word ik een god in het diepst van mijn gedachten, zoals de dichter Kloos het zei.

Deze ervaring herken ik in het verhaal van de toren. Door technische vooruitgang kan de mens de plaats van God innemen en zijn eigen wereld scheppen. Door de uitvinding van de gebakken steen kan men torens bouwen tot in de hemel. God, die in dit verhaal de rol krijgt van een toezichthouder, ziet dat de mens nu tot alles in staat is en zorgt voor verwarring. De torenhoge ambities spatten als zeepbellen uit elkaar en de aarde blijft gespaard. Waar Nietzsche de vinger op heeft gelegd is dat met het verdwijnen van God er geen toezichthouder meer is. Er is geen oriëntatiepunt meer buiten ons. Wij zijn onze eigen toezichthouder geworden en wij zouden geen klimaatcrisis nodig moeten hebben om te begrijpen dat dat niet goed kan gaan.

IK

Nu kan ik dus verklaren waarom het zo moeilijk is om precies te zeggen wat mijn houvast is. De religie biedt geen ankerpunt, net zo min als de wetenschap. Ik wil graag leven zoals is bedoeld maar er is niemand die die bedoeling heeft aangebracht, zegt Marjoleine de Vos. Niemand, niets en zeker God niet, hoezeer dat ook gemak zou zijn. Maar welk houvast biedt zij? Dat ik hier in het nu ben? Dat biedt me ook geen zekerheid. Het doet mij denken aan een kantoorgebouw in Utrecht, vlakbij het station, waar bovenop in reusachtige neonletters het woord IK staat te branden. Het is even imposant als potsierlijk.
Een maand geleden hoorde ik in de auto een interview met de filosoof Ger Groot, over zijn nieuwe boek De geest uit de fles. Ger Groot beschrijft de verwarrende situatie waarin onze cultuur terecht is gekomen en laat zien dat er twee filosofen zijn die mogelijk een richting wijzen, Emanuël Levinas en Paul Riceur. Wellicht niet toevallig dat de één volop staat in zijn Joodse traditie en de ander in de protestants christelijke. Deze tradities houden de ruimte open voor een ander. Ik ben volgens deze traditie geen ik in zichzelf en op zichzelf, maar een ik in de wereld. Ik sta in relatie met anderen of ik dat nu wil of niet. Ik heb geen zeggenschap over wat of wie op mijn weg komt. Ik kan het maar ten dele sturen en voor het overige valt het mij toe. Precies in dit mij toevallen zit iets wat buiten mij om en boven mij uit gaat. Iets van een overkant. Maar wat is dan die overkant en op welke manier kan ik daar houvast aan ontlenen?

Tim Fransen vertelt in zijn show hoe hij een keer meedeed aan een demonstratie in Amsterdam. Hij voelde toen een diepe zin in deze actie. Dat er mensen zijn die samen opstaan en hun stem verheffen om op te komen voor wat zij de moeite waard vinden. Hij baande zich een weg naar het podium en vroeg of hij een toespraak mocht houden. Hij kreeg de microfoon en riep het publiek toe hoe geweldig hij het vond om met zijn allen te demonstreren. Samen je stem verheffen schept een verbondenheid waaruit een krachtig tegenwicht groeit tegen de zinloosheid. Zijn euforisch inzicht vond geen weerklank bij zijn gehoor (iets wat ik wel herken). Na enkele minuten werd de microfoon hem uit de handen getrokken en moest hij het podium weer verlaten.

Dat stukje van zijn conference bleef lang nagalmen in mijn hoofd. Kennelijk hoef ik als modern mens de zinloosheid die mij soms aankleeft als een vlieg vlak voor een onweersbui, niet te accepteren als iets dat onontkoombaar is. Iets waar we maar mee moeten leren leven. Er is een andere optie. Die ervaring van een andere optie bracht mij bij het verhaal van Simeon. Zijn leven lang had hij het verlangen gekoesterd naar vrijheid en verlossing. Hij had heimwee naar de toekomst. Dan ontmoet hij op zijn oude dag in de tempel het kind dat de belofte van de Messias in zich draagt. Dat kindje groeide op tot een mens die liet zien wat het betekent om, ook in uiterste kwetsbaarheid, vol te zijn van Gods Geest. Een mens die liet zien dat zelfs in de meest duistere uren er een houvast is waaraan je je eigen leven kunt toevertrouwen. Een mens die maar één woord had voor God: liefde. Ik lees het verhaal als de optie die in mij en ons allen aanwezig is. Het is de groeikracht die het mogelijk maakt dat ik kan uitgroeien tot een mens die leeft in open verbindingen, met mijzelf, met de ander en met wat mij heilig is.

Vermogen tot liefde

In mijn zoektocht naar houvast kom ik op het spoor van deze messiaanse mens terecht. Ik zou houvast ons vermogen tot liefde willen noemen. Een vermogen dat in ons aanwezig is en dat zich met vallen en opstaan kan ontwikkelen. Dit vermogen is kwetsbaar en in mijn eigen duistere uren kan dat makkelijk verdampen. Pas als dat vermogen en verlangen is aangeraakt door iets van een overkant, zoals bij Simeon, dan wordt het een stevige bodem in mijzelf waarop ik echt kan bouwen. Ik hoef niet krampachtig een toren te bouwen tot in de hemel, want door het liefdesvermogen ontvouwt de hemel zich in mijn eigen ziel. Een diepe ervaring van houvast aan woorden voorbij. Wat een geluk dat er dichters zijn als Henriëtte Roland Holst die met hun woorden aan deze ervaring raken:

Dit ene weten wij
en aan dit één houden wij ons vast
in de duistere uren.
Er is een Woord, dat eeuwiglijk zal duren.
En wie ‘t verstaat, die is niet meer alleen.

Ook gelezen tijdens de dienst:

Heimwee naar de toekomst 3

De tijd is onze vijand niet. Hij hoeft niet door
of uitgedreven om te leven zoals is bedoeld.
Door wie? Door niemand, niets, en zeker niet
door God of wet, hoezeer dat ook gemak zou zijn.
Niet op een langverwachte dag begint het nu,
vervulling wacht niet om de hoek tot kiekeboe
daar ben je dan, ik was je plan, je lot , je keus.
Er is geen weg naar ergens heen er is alleen
de nieuwe dag die komt en van wat was
de trouwe glans. Geef heimwee naar de toekomst
dus geen kans, je bent er immers al.

Marjoleine de Vos

Deze overdenking is gebruikt tijdens de Startzondag op 3 september 2017 bij de Remonstranten in Lochem.

Gerelateerd