15 maart 2017

Erbarme dich

In het passieverhaal wordt de rechtszaak tegen Jezus van Nazareth onderbroken voor een schrijnend voorval. Petrus, een van de leerlingen van de charismatische rabbi, wordt herkend als hij op de binnenplaats een glimp van zijn meester probeert op te vangen. Hij ontkent tot driemaal toe en als de haan kraait dringt tot hem door wat hij heeft gedaan. Ooit was ik bij het luisteren naar de Matthäuspassion gespitst op het gekraai van de evangelist. De een kukelde nog haniger dan de ander. De laatste jaren staat bij mij alles op scherp als de evangelist zingt over het bittere wenen van Petrus. Als die bitterheid in mijzelf resoneert dan is bij het Erbarme mich geen houden meer aan.

Erbarme dich, Mein Gott, um meiner Zähren willen!
Schaue hier, Herz und Auge weint vor dir bitterlich.

Ik voel hier de bitterheid van het berouw. Petrus verloochent niet zijn meester en vriend. Hij verliest voor een kort moment de verbinding met het meest wezenlijke in hem zelf. Zijn levensanker raakt een ogenblik los van de stevige bodem van zijn eigen morele identiteit. Hij heeft geen controle meer over zijn handelen en loochent zijn zielsverwantschap met zijn vriend, zijn meester, zijn venster op het heilige. Berouw is het bittere, wanhopige besef dat je niet meer ongedaan kunt maken wat je deed en tegelijk ook het verlangen dat het anders was gegaan, omdat het anders had gekund.

Berouw is de innerlijke verscheurdheid dat ik moet leven met een stukje verleden waarin ik mijzelf tot outcast heb gemaakt. Een nooit verjarend verdriet dat ik mijzelf tijdelijk ben kwijtgeraakt. Berouw houdt zo een besef levend dat het anders had gekund en dat het anders moet kunnen. Berouw houdt de toekomst open waarin het anders kan zijn. Daarmee is in de diepte van de bitterheid een wonderlijke troost gegeven die de hoop levend houdt.

Gerelateerd