Op berevaart in Canada
Geschreven door Tom HarkemaCecil de leeuw is dood. Ik wist niet dat wilde dieren namen hadden en al helemaal niet dat ze vernoemd konden worden naar blanke overheersers uit een ver verleden. De leeuw werd naar de eeuwige jachtvelden geschoten door een Amerikaanse tandarts die er blijkbaar niet genoeg aan heeft om mensen pijn te doen. Triest, maar na enige research kom je er achter dat jagen op groot wild redelijk gebruikelijk is in Afrika. Als je maar genoeg betaalt.
Zelf ging ik tijdens mijn vakantie in Canada ook op jacht. Nee, niet zoals die tandarts dat deed, het ging hier om walvissen spotten en zoeken naar beren voor op de foto: black bears en de grizzly’s in overvloed, zo was me verzekerd. Het viel nogal tegen: de indrukwekkend speedy zodiac bracht ons niet dichterbij een walvis dan tweehonderd meter (‘dus die vlek achter op de foto is een walvis, pap?’) en beren speelden vooral de hoofdrol in de verhalen waarmee we elkaar moed inpraatten en bang maakten.
Verschijning
Een beer zou aan ons verschijnen. Het was een heilige overtuiging tijdens mijn vakantie. Zo zou er een beer zijn op de ‘campground’, waar we twee dagen in koude tipi’s bivakkeerden. Overal hingen waarschuwingen dat je geen voedsel, drank en toiletartikelen in je tent moest bewaren, zo’n beest ruikt honderd keer beter dan een mens.
’s Nachts de tent uit om te plassen werd een groot avontuur, wie zou dan niet schichtig om zich heen kijken? Pas later begreep ik wat de beste aanpak is, mocht je er eentje tegen het lijf lopen: observeren, nagaan wat zijn plannen zijn en daarnaar handelen: plat op de grond op je buik gaan liggen respectievelijk het gevecht aangaan.
Heilige der heiligen
Cecil kon zijn beul niet ontlopen, voor ‘mijn’ wilde dieren was het toeristenseizoen gesloten. Ach, hoe erg is dat, als je het geluk hebt vier weken de adembenemende natuur van British Columbia te ervaren: de fjorden, de Pacific, het regenwoud, de gletsjers, de koele, blauwe en groene meren, de besneeuwde bergtoppen, het prachtig gelegen Vancouver, de wilde rivieren met hun stroomversnellingen, de valleien, alles gratis en voor niets gedropt door iets wat eeuwig doorgaat.
En als bonus de ontmoetingen met je neven en nichten, de gesprekken en wandelingen, de herkenning en verwantschap. Het heilige der heiligen heb ik echt wel gezien. En zoals Lourdesgangers zich tevreden stellen met een glimp van de grot waar Maria verscheen en een flesje Lourdeswater voor thuis ‘voor het geval dat’, zo keerde ik ook terug zonder echt oog in oog te hebben gestaan met een beer maar met een passend pakketje dat ik tijdens mijn terugreis zo nu en dan liefdevol gade sloeg.
Lof zij de Beer
Eén wild dier ging namelijk mee in mijn koffer: mijn resterende kleingeld investeerde ik op het vliegveld in een moot gerookte zalm. Dat is nu mijn goddelijk souvenir. De zalm heeft een fijn plaatsje gekregen in de koelkast. Daar woont hij tijdelijk. Mocht ik er op enig moment mijn tanden inzetten, dan brandt er natuurlijk een kaarsje. Mijn geloof in beren is – juist omdat ik er geen heb gezien – alleen maar sterker geworden. Lof zij de Beer!