In de honderd en remonstrant: Marianne Veeneklaas – de Baan
Geschreven door Michel PetersMevrouw Veeneklaas – de Baan uit Bussum (104 jaar) is gevallen en komt net weer uit het ziekenhuis na een operatie aan haar dijbeen. ‘Mijn hart klopt nog, mijn hoofd en mijn geheugen doen het nog uitstekend, maar dat is dan ook het enige wat nog functioneert’, zegt ze. Al 65 jaar is ze lid van de Remonstranten in Naarden-Bussum.
Wat heeft het geloof u in het dagelijks leven gebracht?
‘Ik heb leren inzien dat het leven alle kanten in zich draagt, goed en kwaad, leven en dood. Toen ik zes jaar was stierf mijn zusje, op mijn 14e mijn vader die predikant was en op mijn 24e mijn moeder. Het denken over leven en dood beheerst dus wel mijn leven. Ik kan niet zonder de zondagse dienst bij de Remonstranten waar dat denken wordt gevoed, de Remonstranten zijn mijn leven’.
Hoe ziet die dood er uit? Is er nog iets na het leven?
‘Ik zie het leven als een leerschool, na de dood ga je van die school af maar blijft je geest nog een tijd bestaan. Toen ik pas getrouwd was overleed mijn moeder. Ik herinner me dat ik enkele dagen daarna stond te huilen aan de IJssel: mijn overleden moeder was daar bij me. En ook na het overlijden van mijn man zat hij vaak naast me op de bank om samen naar het nieuws op de televisie te kijken. Maar dat gaat voorbij. Ik geloof helemaal niet in een hereniging met mijn geliefden, hun geesten lossen op in de Algeest.’
Is er een God eigenlijk?
‘Voor mij is God de aanspreektitel voor wat ik als mysterie en verwondering aanvaard. Het Mysterie behelst voor mij o.a. de onvolmaaktheid, de wisselvalligheid van het leven. Ook de verwondering voedt me en geeft me houvast. Maar ik kan niet helemaal gelukkig zijn te midden van alle ellende in de wereld. De wereld komt bij me binnen en dat raakt me enorm, te veel eigenlijk. Dat krijg je wellicht met een dominee als vader.’
Wat zou u tegen jongere generaties willen zeggen?
‘Bundel je, wil ik zeggen. Ieder mens moet ergens bij horen anders word je eenzaam. Om gelukkig te kunnen worden, moet je gemeenschapsmens zijn. Al die discussies over het zoeken van de zin van het leven! Je moet gewoon het leven zo goed mogelijk leven, dat is voor mij de zin die je zoekt.’
Dit artikel is eerder verschenen in de glossy Get Out